LEZINGEN-MUZIEK-EXPOSITIES-PODIUMKUNST-FILM
Pop-up presentatie: De Verhalenkoffer door Marianne Kootstra
vr 17 mei
|boekhandel Boomkere
Marianne Kootstra 's middags met haar vrolijke verhalenkoffer een vrolijke presentatie geven en vertelt zo een aantal korte verhalen. Desgewenst signeert ze ook haar boek Dwarsliggers in Appelscha. Aanmelden is niet nodig: kinderen en volwassenen zijn van harte uitgenodigd.
Tijd en locatie
17 mei 2024, 15:00 – 17:00
boekhandel Boomkere, Raadhuisplein 7, 9751 AM Haren, Nederland
Over het evenement
Marianne Kootstra heeft zich verdiept in haar familiegeschiedenis en veertig verhalen van haar voorouders beschreven in het boek Dwarsliggers in Appelscha.
Het boek beslaat vijf generaties en begint rond 1880.
Overgrootmoeder Baukje Pool is de favoriet van Marianne. Dit terwijl zij een hele strenge, rechtlijnige vrouw was, die thuis de broek aan had.
"Baukje had een hele sterke overtuiging en kwam daar voor op. Privé was het niet een gemakkelijk persoon. Ze was de baas in huis. Als haar man Jacob het haar niet naar de zin deed, dan pakte ze hem in zijn nekvel en schopte hem de deur uit. Het was ook geen leuke oma, maar daar heb ik geen last van gehad," lacht Marianne. Dat het toch haar favoriet is, heeft te maken met haar kracht.
Die sterke karakters komen veel voor in hun familie. De eerste verhalen spelen in de negentiende eeuw, als ze in Appelscha komen wonen. Ze reizen mee vanuit het midden van Fryslân naar het zuidoosten om daar in het veen te werken.
Dat was een zwaar leven, nog zwaarder dan de eerste periode van veenderij. "Het beste veen was al weg. De lonen waren laag en de omstandigheden nog minder dan eerst. Het was hard werken en dan had je ook nog de verplichte winkelnering: ze moesten verplicht hun inkopen in de winkel van de veenbaas doen, terwijl dat wel 25 procent duurder was dan ergens anders."
Vaak werd het loon uitbetaald in het café. Het gevolg was dat veel mannen met de helft minder geld thuis kwamen dan ze hadden verdiend. De andere helft was uitgegeven aan drank.
Blauwe knoopHet was de tijd van Domela Nieuwenhuis en van de Blauwe Knoop. "Overgrootmoeder Baukje had drie broers die dood zijn gegaan door de drank. Daardoor was ze zelf meer dan vijftig jaar een fanatiek lid van de Blauwe Knoop, de vereniging voor drankbestrijding, en ging ze 's avonds bij gezinnen langs waar een drankprobleem speelde. Ze was dus ook nooit thuis. De kinderen hebben zichzelf en elkaar opgevoed."
De verhalen in haar boek gaan over haar familie, maar staan volgens Marianne voor honderd jaar arbeidsemancipatie. "Dit gaat over mijn familie, maar er zijn veel meer families die dergelijke verhalen kunnen vertellen."
Een verhaal dat al, voordat het boek is verschenen, in de familie werd verteld gaat over haar opa Oebele. Marianne liet haar vader dat verhaal graag vertellen.
Marianne Kootstra: Dit zegt wat over het moraal in onze familie.
"Dit verhaal zegt iets over de moraal in onze familie," zo begint ze. "Pake Oebele werkte in het veen met mijn vader, die toen een jongetje van dertien jaar was. Op een dag zagen ze een vent aankomen. Pake zei: 'laat maar lopen als hij hier moet zijn, dan komt hij wel. Misschien is het wel een ontsnapte gevangene uit Veenhuizen.'"
"De man kwam eraan en vroeg welke kant hij op moest om in Assen te komen," vertelt ze verder. "Opa wees naar het oosten en de man liep naar die kant. Niet veel later kwam er een veldwachter aan en die vroeg aan vader of hij ook een ontsnapte gevangene had gezien. Pake antwoordde bevestigend waarna de veldwachter vroeg welke kant hij op ging. En toen stuurde opa hem de verkeerde kant op."
"Toen de veldwachter weg was, vroeg mijn vader aan opa waarom hij hem de verkeerde kant op had gestuurd. 'Dan hebben ze het minste last van elkaar,' zei opa."
Volgens Marianne blijkt uit dit verhaal dat haar voorouders niet automatisch het gezag volgden. Ze zouden iemand die henzelf niets had misdaan, niet gaan verraden.
Vakbond"Ze hadden ook de overtuiging dat ze moesten opstaan als het hen niet aanstond," vertelt Marianne. De eerste vakbond werd opgericht in Appelscha met overgrootvader Roel Jacobs de Jong als secretaris. De vrouwen en oudere kinderen moesten net zo hard meewerken in het veen als de mannen. "Dat was niet alleen omdat ze het geld nodig hadden. Het was ook omdat het gewoon verplicht was."
Marianne Kootstra: Overgrootmoeder Baukje was weg van Domela Nieuwenhuis.
Vrouwen kregen echter niet hetzelfde loon als mannen en daar kwamen ze tegen in opstand. "In 1890 staakten de vrouwen. En nadat ze een dag thuis waren gebleven, ging de veenbaas langs de deuren en zei tegen de mannen dat ze hun vrouwen naar het werk moesten sturen."
Dat deden de mannen echter niet. Het tegenovergestelde gebeurde: ook de mannen staakten. "Toen kwam Domela Nieuwenhuis langs, de grote held van de arbeiders. Vooral mijn overgrootmoeder Baukje was weg van hem. Domela hield een toespraak en zei dat hij erg trots was op de stakende mannen en vrouwen."
Een ander verhaal dat tekenend is voor het dwarse karakter van Mariannes familieleden gaat over de kerk. "In 1906 was er een uittocht uit de kerk. Dit kwam omdat de kerkbelasting werd ingevoerd, die ook de arbeiders moesten betalen. De mensen wilden dit niet, waarna een deurwaarder langskwam. Ze hielden echter voet bij stuk en betaalden niet."
"Tegen de deurwaarder zeiden ze dat ze uit de kerk zouden stappen," gaat Marianne verder. "Het kerkbestuur nam dat met een korreltje zout en zei dat ze zich dan allemaal persoonlijk moesten afmelden. Ze dachten natuurlijk dat de mensen dat niet zouden durven. Maar het liep anders: ze gingen allemaal naar de kerk, meer dan honderd mensen. Het werd een demonstratie met overgrootvader Roel Jacobs de Jong voorop. Ze lieten zich inderdaad uitschrijven. Ik heb die lijst gezien, er staan wel honderd namen op met veel familieleden.
Marianne Kootstra Wij hebben een links hart.
Marianne ging voor haar boek door de archieven en sprak met familieleden. Vooral de verhalen van een oom, die al in de negentig is, waren van grote waarde.
"Via hem kreeg ik ook weer contact met neven en nichten en andere familieleden, want dat was wat verwaterd. Maar ik herken bij al die familieleden hetzelfde: ze zijn trots op hun afkomst, ze zijn zelfbewust en ze hebben een links hart."
De titel van haar boek, Dwarsliggers, nodigt Marianne uit om ook over haar eigen dwarsigheid te vertellen. Lachend zegt ze dat ze zichzelf wel coöperatief vindt. "Je kunt met mij alle kanten op, behalve de verkeerde."
Letterlijk: dwarsliggenHet activisme dat haar voorouders hadden, zit ook in haar. "Ik zit in Groningen bij Extinction Rebellion. Als op de eerste maandag van de maand het proefalarm gaat, dan laten we ons met een groep mensen voor dood neervallen op straat. Het is een demonstratieve actie om mensen te laten weten dat er iets moet gebeuren. En dan lig ik dus dwars op straat."